De overgang van het speciaal basisonderwijs naar het voortgezet onderwijs (1/2)

Paperpresentatie (30 minuten)162Erik Fleur; Ministerie van OCW/DUOIP

Cube 21vr 11:15 - 12:15

Over het algemeen heeft het schooladvies in het basisonderwijs (bo) een hoge voorspellende waarde voor het onderwijsniveau in de derde klas. Over het speciaal basisonderwijs (sbo) is, wat dit betreft, minder bekend. In deze studie is een aantal aspecten van de overgang van het sbo naar het vo bestudeerd, en vergeleken met wat geldt voor het reguliere bo. Daarnaast zijn mogelijke verschillen tussen meisjes en jongens bestudeerd. Hiertoe is gebruik gemaakt van populatiegegevens van leerlingen die het sbo of het bo hebben afgerond in 2014-2015 tot en met 2019-2020 en een advies kregen voor plaatsing in het vo. Het zwaartepunt van de advisering in het sbo (ruim 70%) ligt bij de enkelvoudige adviezen pro en vmbo-bb, terwijl de advisering in het bo het complete spectrum beslaat. Van de sbo-leerlingen zat zo’n 71% na drie jaar op het niveau van het schooladvies, bij de bo-leerlingen was dit percentage zo’n 64%. Meisjes komen in het bo vaker boven het niveau van het schooladvies uit in de derde klas dan jongens. In het sbo geldt dit alleen voor meisjes met de adviezen vmbo-bb en vmbo-kb. Bij sbo-leerlingen die een advies vmbo-bb of hoger kregen, zijn de percentages zittenblijven iets hoger dan bij bo-leerlingen.

Onderwijs & Samenleving
doorstroom, Speciaal basisonderwijs, voorspellende waarde