Motivatielek bij VMBO leerlingen: Een onderzoek naar dalende motivatie vanuit zelfdeterminatietheorie perspectief (2/2)
Paperpresentatie (30 minuten)625Sanne Simons; Open Universiteit
Cube Z1do 11:15 - 12:15
Onderzoek wijst uit dat gedurende het voortgezet onderwijs (vo) de motivatie bij veel leerlingen daalt, wat het leren negatief kan beïnvloeden. Een van de meest prominente motivatietheorieën van dit moment is de zelfdeterminatietheorie. Hierbij wordt onderscheid gemaakt in kwaliteit van motivatie op basis van de natuurlijke drive om te willen leren. De docent kan de motivatie van leerlingen bevorderen door de drie psychologische basisbehoeften (i.e., autonomie, competentie, verbondenheid) te ondersteunen. Dalende motivatie per schooltype en de oorzaak hiervan is nauwelijks onderzocht. Het doel van dit onderzoek is om motivatieverschillen onder verschillende schooltypes in kaart te brengen en de mate waarin de psychologische basisbehoeften worden vervuld of gefrustreerd. Uit een vragenlijststudie onder vo-leerlingen (n = 1440) bleek dat tweede tot en met vierde klasleerlingen een lagere autonome motivatie hadden dan brugklasleerlingen, ongeacht schooltype. Ook bleek dat vmbo-leerlingen minder gemotiveerd waren dan vwo leerlingen, gemedieerd door lagere bevrediging van de psychologische basisbehoeftes autonomie en competentie spelen. Het verschil is groter tussen vmbo en vwo ten opzichte van vmbo en havo. Uit de focusgroepstudie onder mbo-studenten (N = 18) bleek dat naast de invloed van psychologische basisbehoeftes op motivatie ook vrienden, het onderwijssysteem, negatieve beeldvorming en huisvesting van invloed zijn op motivatie.