Professionaliseringsprikkels van de overheid gericht op actoren in het voortgezet onderwijs; een woud om in te verdwalen (3/3)

Paperpresentatie (30 minuten)645Lyset Rekers Mombarg; Universiteit Twente

Cube 20do 09:00 - 10:30

Nederlandse schoolbesturen voor voortgezet onderwijs (vo) zijn in hoge mate autonoom. De overheid kan daarom alleen indirect sturen op de verder professionalisering van actoren in onderwijsorganisaties. Het ministerie van OCW en organisaties die aan OCW gelieerd zijn geven daartoe diverse prikkels (professionaliseringsbeleidsinstrumenten (PBI’s)) aan de actorgroepen. De grote hoeveelheid en variëteit aan prikkels is mogelijk problematisch door een gebrek aan overzicht en ongewenste verschillen in gebruik. In dit onderzoek hebben we gevonden dat de grote meerderheid van PBI’s gericht op schoolbestuurders, intern toezichthouders en schoolleiders communicatief of communicatief-juridisch van aard zijn. PBI’s gericht op leerkrachten zijn meestal financieel of financieel-communicatief. Uit interviews met experts volgt dat ze redelijk positief zijn over de bekendheid van PBI’s bij de diverse actorgroepen, maar dat ze naar hun inschatting vaak weinig gebruikt worden. Uit een online-enquête onder actorgroepen volgt dat de respondenten slechts enkele PBI’s, meestal financiële, kennen en dat vooral eerdere (eigen) ervaringen in de dagelijkse praktijk aanzetten tot professionaliseringsactiviteiten. We concluderen dat de huidige PBI’s van de overheid weinig effectief zijn en bevelen aan om een continu en coherent systeem van prikkels te ontwikkelen om de professionalisering van actoren in het onderwijs te stimuleren, in plaats van ‘een woud aan kortdurende prikkels’.

Dit onderzoek is NRO-gefinancierd.

Beleid & Organisatie
professionaliseringsbeleid